Passie. De bron van succes. En misschien wel de voorbode van creativiteit. Maar dan moet je wel weten wat jouw passie is. Hoe kom je daarachter? En wat doe je er vervolgens mee? In gesprek met Erik Kessels, directeur van het eigenzinnige reclamebureau KesselsKramer.
‘Ik weet niet of iedereen wel een passie heeft.’ Erik Kessels leunt achterover en kijkt om zich heen. ‘Sommige mensen vissen heel graag. Is dat dan hun passie? Of alleen een liefhebberij? Je hebt een passie wanneer je je meer dan normaal op één ding focust, en daar gelukkig van wordt.’ Wat passie nu precies inhoudt? Kessels weet het niet.
Vlammetje
Wat Erik Kessels wel weet is dat passie iets is dat je ontwikkelt. ‘Het is een klein vlammetje dat moet ontbranden.’ Zo had Kessels van jongs af aan een passie voor tekenen. ‘Die passie is in de loop van de jaren gegroeid. Heel geleidelijk. Ik heb het gewoon gevolgd. Ik zie het als toeval en geluk dat het zo gegaan is.’
Joepie!
Passies moet je volgens Kessels niet te veel duiden. Het moet iets zijn waar je vanzelf mee doorgaat. ‘Je moet het gewoon volgen. Roep niet: “Joepie ik heb een passie”. Wat je nastreeft, daar hoef je het niet zozeer over te hebben. Laat anderen het maar voor je benoemen.’
Op zoek
Je kan niet op zoek gaan naar een passie. Tenminste, dat vindt Kessels. ‘Waar moet je beginnen? Een passie heb je, of heb je niet.’ Er moet dus altijd iets van een latente passie aanwezig zijn, wil je die kunnen ontwikkelen. En daarbij moet je ook veel dingen fout gedaan hebben om erachter te komen wat je echt wil. Kessels: ‘Je moet erachter komen wat je niet wil, om te achterhalen wat je wel wil.’
Dit blogje is geschreven in opdracht van Ravestein & Zwart en dan ook aldaar te vinden.