Op 11 maart 2019 verscheen onderstaande artikel van Inge Mutsaers in De Gelderlander.
NIJMEGEN – Nijmegen telt steeds meer particulier aangeschafte AED’s. Dat is om twee redenen een goede ontwikkeling zeggen experts: de defibrillators besparen niet alleen levens, ze zorgen ook voor solidariteit.
,,Zie je dat rode lampje knipperen? Daar hangt de AED.” Joris van Meel (39) wijst naar een kast aan de muur van het schuurtje in zijn achtertuin aan de Berg en Dalseweg in Nijmegen-Oost. Hij wrikt aan de ronde buitenkast. Een rood vierkant doosje met op de bovenkant een getekend wit hart komt tevoorschijn. Van Meel: ,,Het mooiste vind ik nog dat we het geld binnen een week met zijn allen bij elkaar hebben verzameld. Het is een echte buurtverbinder.”
Hartstilstand
In het Nijmeegse straatbeeld zie je ze steeds vaker, de kleine groene aanwijsbordjes met in het wit ‘AED’ erop, vaak bevestigd op lantaarnpalen. Ze verwijzen naar een AED (automatische externe defibrillator), een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand door het geven een elektrische schok. Ze zijn bevestigd aan buitenmuren van huizen, scholen of andere gebouwen. Vaak zijn de apparaten betaald door buurtbewoners.
De toename van AED’s in de Nijmeegse straten vergroot de kans dat iemand een hartstilstand overleeft, blijkt uit onderzoek van arts-onderzoeker Joris Nas en cardioloog Marc Brouwer van het Radboudumc. Nas: ,,Onze registratie van reanimaties in de regio Nijmegen laat zien dat omstanders vaker reanimeren én dat ze vaker AED’s gebruiken.” De overlevingskans – van patiënten die na een hartstilstand naar het Radboudumc zijn vervoerd – is afgelopen jaren gestegen van 33 procent naar 47 procent.
Kans op overleving
Nas tekent aan dat een AED alleen helpt als een slachtoffer een zogenoemd ‘schokbaar hartritme’ heeft. ,,Bij een totale hartstilstand – een zogenoemde ‘flatline’ – werkt het toedienen van een schok niet.” Het apparaat ziet overigens zelf of het slachtoffer zo’n AED-behandelbare ritmestoornis heeft of niet. Hoe sneller je erbij bent, hoe groter de kans dat het ritme nog schokbaar is. Brouwer: ,,De kans op overleving neemt elke minuut met ongeveer 8 procent af. De ambulance is er meestal binnen acht minuten, dat is heel snel, maar eigenlijk moet je de patiënt al binnen zes minuten geholpen hebben.”
De Hartstichting pleit daarom voor zesminutenzones, zodat slachtoffers van een hartstilstand binnen zes minuten hulp krijgen. ,,Om dat te bereiken hebben we meer AED’s, én getrainde vrijwillige hulpverleners nodig”, vertelt Peter Sonneveld, woordvoerder van de Hartstichting.
Van Meel – die met zijn buurt geld inzamelde – is zo’n vrijwillige hulpverlener. Hij las in de Volkskrant het verhaal van journalist Fokke Obbema die in zijn slaap een hartstilstand kreeg. Hij overleefde het, door zijn oplettende vrouw en heel veel geluk. ,,Ik dacht, ik wil niet zo iemand zijn die helemaal niet weet wat hij moet doen als iemand een hartstilstand krijgt.”
1500 euro
Drie weken later zat Van Meel in het Radboudumc bij een reanimatiecursus. Na wat speurwerk ontdekte hij dat de dichtstbijzijnde AED op een behoorlijke afstand van zijn huis hing, ver buiten de zesminutenzone. Het apparaat hing bovendien binnen in een gebouw en was daardoor niet 24 uur per dag bereikbaar. Hij startte een buurtactie. ,,Binnen een week hadden we het complete bedrag binnen, 1500 euro”, zegt hij enthousiast. ,,Wat ik nog het mooiste vind, is dat de buurt in beweging is gekomen.”
Niet alleen buurtbewoners als Van Meel, ook Stichting AED Dukenburg is een belangrijke aanjager van de toename van AED’s op straat. ,,Nijmegen telt nu ongeveer 64 stichting-AED’s”, vertelt Peter Saras, initiatiefnemer van de stichting. ,,Een jaar geleden waren er dat nog maar 35.”
Zijn stichting stimuleert de aanschaf van AED’s en zorgt ervoor dat ze buiten, op openbare plekken, komen te hangen. Op die manier zijn ze 24 uur per dag bereikbaar. Ook biedt de stichting gratis reanimatiecursussen aan. Zo krijgt Nijmegen steeds meer getrainde vrijwilligers die in actie komen als de 112-meldkamer een bericht krijgt dat iemand op straat een hartstilstand heeft gekregen. De meldkamer stuurt dan een sms naar de dichtstbijzijnde vrijwilliger.
Verdeling nog niet optimaal
De verdeling van AED’s over de stad is nu nog niet optimaal, vertelt Saras. 42 van de 64 apparaten hangen nu in Dukenburg en Lindenholt. ,,We proberen nu aanjagers te vinden die voor de stadsdelen Noord, Zuid en Oost vergelijkbare stichtingen oprichten, zodat elke wijk straks voldoende AED’s én getrainde vrijwilligers heeft.”
Dat AED’s ook een rol spelen in het verbinden van buurten meent ook socioloog en verpleegkundige Hugo van der Wedden. Die solidariteit ontstaat door de gezamenlijke aanschaf van een AED en het reanimeren zelf. Toch, of er nu wél of geen AED beschikbaar is, ‘Je kunt beter iets dan niets doen’ was de belangrijkste les die Van Meel leerde op zijn reanimatiecursus. ,,Ze zeiden, als je niks doet is ie dood hè? Alles is beter dan niets doen. Dat gaf me wel een opgelucht gevoel.”